De Ontdekking van de Molen en de Strijd om de Tijd

Vele miljoenen jaren nadat de dinosaurussen van de aarde verdwenen waren en de wereld door mensen werd bewoond, bleef er één geheim verborgen dat zelfs de slimste wetenschappers niet kenden.

Ver weg, verscholen tussen mistige oceanen, lag nog steeds een vergeten eiland. Een eiland waar de tijd anders stroomde. En midden op dat eiland stond een bouwwerk uit lang vervlogen tijden: de Molen van Sevink, ook wel op Sevink Molen genoemd.

Waar de meesten deze molen slechts kenden uit legendes en vergeelde sprookjesboeken, geloofde één man vast in zijn bestaan: ElianVermeer.

Elian was een jonge ontdekkingsreiziger, vol dromen en vastbesloten om het onbekende te vinden. Waar anderen lachten om de oude mythen over een molen die de tijd draaide en dinosaurussen die hem beschermden, voelde Elian diep vanbinnen dat er waarheid schuilde in die verhalen.

Op een regenachtige herfstdag vond Elian in een vergeten hoekje van een antieke bibliotheek een vergeelde kaart.
Op de rand ervan stond, nauwelijks leesbaar:
“Waar de tijd zichzelf vergeet, rust de wachterskracht.”

Gedreven door een onverklaarbare drang pakte Elian zijn spullen. Met enkel een kompas, zijn notitieboek en zijn kleine schip DeMorgenster, voer hij de open zee op.
Stormen kwamen, zijn eten raakte op, de moed zonk soms tot het dieptepunt… totdat hij op een mistige ochtend, na maanden op zee, een schim zag in de verte: een eiland dat op geen enkele kaart stond.

Toen hij voet aan land zette, voelde Elian meteen iets bijzonders. De lucht trilde zachtjes, alsof de wind fluisterde. Reusachtige bomen omgaven hem en afdrukken van gigantische poten bedekten het zachte gras.

Met bonzend hart beklom hij de heuvel. En daar, badend in het eerste zonlicht, zag hij haar: de Molen van Aurora.
De witte stenen glansden als nieuw, en de wieken draaiden geruisloos rond, aangedreven door een onzichtbare kracht.

Rondom de molen stonden tientallen standbeelden — geen gewone beelden, maar reusachtige dinosaurussen, bevroren in een eeuwige cirkel van bescherming. Ze leken levensecht.

Toen Elian de houten deur voorzichtig openduwde, ontdekte hij binnen een reusachtige zandloper waarin geen zand, maar fonkelende lichtpuntjes stroomden.
Naast de zandloper lag een oud boek, bedekt met fijn stof.
Op de eerste pagina stond:

“De Wachters sliepen. De Wachters wachten. Nu jij bent gekomen, zal de Tijd weer kiezen.”

Plotseling verscheen, als uit het niets, een gestalte in licht: Mira, de Geest van de Tijden.
Met een glimlach sprak ze:
“Elian Vermeer, jij hebt het hart en de ziel gevonden om de Wachters te wekken. De wereld heeft je nodig. De molen kan opnieuw draaien, maar alleen als jij zijn nieuwe hoeder wordt.”

Zonder te aarzelen legde Elian zijn hand op de zandloper.

De lucht trilde, de grond dreunde, en langzaam kwamen de dinosaurussen rondom de molen tot leven.
Grootse Brachiosaurussen hieven hun koppen op. Sierlijke Velociraptors renden als schaduwen door het gras. Machtige Triceratopsen stampten krachtig met hun poten.

De Wachters waren teruggekeerd.

Maar hun heropleving bleef niet onopgemerkt.

Op een heldere nacht verscheen er plots een scheur in de sterrenhemel. Een gapende wond waaruit donkere, vormloze wezens kropen — de Tijdrovers. Ze waren gemaakt van gebroken seconden en vergeten herinneringen. Hun enige doel: de magie van de molen stelen en de tijd herschrijven naar hun eigen duistere verlangens.

Mira verscheen opnieuw, haar gezicht ernstig.

“De Tijdrovers willen de kern van de molen. Als ze slagen, zal er geen verleden en geen toekomst meer zijn. Alleen leegte.”

Vastberaden besloot Elian samen met de dinosaurussen de Kern van de Molen te bereiken — een plek diep onder de heuvel, waar de bron van alle magie lag: de Echosteen.

Hun reis was gevaarlijk. De Tijdrovers probeerden hen te misleiden met illusies van verloren werelden, stemmen van dierbaren, verleidingen om om te keren.
Maar de Wachters beschermden Elian.

  • Seraphis, de wijze Brachiosaurus, droeg Elian over kolkende rivieren.
  • Velora, de snelle Velociraptor, leidde hem langs doolhoven van verdwijnend bos.
  • Magnor, de machtige Triceratops, brak muren van versteende tijd open.

Na een lange tocht bereikten ze de Kern: een grot gevuld met ronddraaiend licht en fluisterende winden. Middenin rustte de Echosteen, stralend als een ster in een eindeloze nacht.

Maar voordat Elian de steen kon aanraken, stortten de Tijdrovers zich op hen, een duistere storm van klauwen en koude wanhoop.

Met zijn laatste kracht strekte Elian zijn hand uit en raakte de Echosteen.
In een flits werd hij overspoeld door herinneringen aan de wereld: lachende kinderen, opkomende zonnen, de eerste bloei van een bloem.

De Echosteen pulseerde en een golf van zuiver licht schoot uit over het eiland.
De Tijdrovers werden opgeslokt door hun eigen duisternis en verdwenen in de leegte van het niets.

Toen de stilte neerdaalde, zag Elian dat de molen rustig ronddraaide, vredig en stralend. De Wachters stonden om hem heen, trots en dankbaar.

Mira verscheen nog één keer.

“Je hebt niet alleen de Tijd beschermd, Elian,” zei ze. “Je hebt haar begrepen. Jij bent nu de Bewaker van de Eeuwen.”

Vanaf dat moment leefde Elian op het eiland als Hoeder van de Tijd, samen met zijn trouwe Wachters.
Ze hielden de stroom van de tijd in balans, waken over het verleden en beschermen de toekomst.

En als je op een stille avond, ver van de steden, naar de wind luistert,
zou je nog steeds het zachte gezoem van de draaiende wieken kunnen horen,
en het verre, diepe trommelen van dinosaurussen die samen met Elian de wacht houden over de geheimen van de wereld.