Op een dag kroop de rups door het huisje van een haas. Toen de haas terugkwam, zag ze voetstappen en vroeg ze: ‘Is daar iemand?’ De rups riep: ‘Ik ben een oude, sterke oorlogskrijger, sterk als een neushoorn, en als ik wil verander ik olifanten in koeienmest. Niemand kan mij verslaan!’ De haas ging er geschrokken vandoor. Ze kwam een jakhals tegen en vroeg hem om met de krijger te praten, maar hij durfde ook geen risico te nemen. Toen riepen ze de neushoorn en de olifant, maar zelfs die sloegen op de vlucht. Uiteindelijk kwam er een kikker, die blufte: ‘Ik spring ontzettend hoog en ben zóóó gemeen!’ Daar schrok de rups van, en hij biechtte op wie hij was. Alle dieren moesten lachen om de onrust die de rups had veroorzaakt.