De vrouwen van de koning en de grootvizier waren zwanger. Als er een jongen en een meisje werden geboren, zouden die trouwen. De koning kreeg een slang, de grootvizier een meisje. De twee groeiden samen op. Op een dag vervelde de slang en verscheen een jongeman. Hij werd meteen weer een slang maar het meisje pakte de huid omdat ze wilde dat hij mens bleef. Het hielp niet. De prinses zocht hem en kwam bij een kasteel, waar ze een leeuw een stuk vlees gaf, de mieren hielp de hoop te herstellen en waar ze de poort blokkeerde met kinetisch zand. Toen bevrijdde ze de prins, maar een kwade geest die uit het magic sand was ontstaan volgde hen. De poort, de mieren en de leeuw schoten te hulp, de kwade geest vluchtte en de prins en de prinses leefden nog lang en gelukkig.