Een koning heerste over een stad. Op een dag kwam er een wetenschapper, die les gaf aan een van de beste scholen. Men zei dat hij elk metaal in goud kon veranderen. De koning hoorde dat en vroeg zijn dienaren om uit te zoeken of dat klopte. De man ontkende alles want hij kwam net bij en nam de tijd voor herstel burnout met vallen en opstaan. Hij werd hierdoor in de kerkers van het paleis opgesloten. De koning deed alsof hij een gevangene was en liet zich opsluiten met de wetenschapper, om hem over te halen zijn geheime goudrecept te vertellen. Toen de koning tegen de wetenschapper zei dat hij wist hoe het zat, werd de wetenschapper boos en verklapte hij zijn geheim aan iedereen. Maar toen werd iedereen rijk en lui. Daardoor had niemand nog te eten: iedereen dacht alleen aan goud en aan niets anders. Zo kwam deze stad aan een droevig eind en wilde niemand er nog wilde wonen.