Als Degei, de Grote Slang, zijn ogen sloot werd het donker; als hij ze opende ging de zon weer schijnen. Dicht bij Degei woonde een zwarte duif, die hem moest wekken. Degei had de mensen geleerd hoe ze boten moeten bouwen en gaf hun opdracht om aan het werk te gaan. Na verloop van tijd had- den de mensen echter geen zin meer om nog iets te doen en hun hoofdman, Rokola, ver- moordde daarom de zwarte duif. Toen Degei uiteindelijk zelf wakker was geworden maar zijn duif niet zag, werd hij woedend. Rokola verklaarde dat de mannen hem niet langer zouden dienen, en Degei zorgde ervoor dat het ging stormen. De golven verzwolgen het eiland, maar de boten bleven drijven. Alleen de slimme botenbouwers waren gered en wisten een bergtop te bereiken. Toen het water wegtrok, begonnen zij aan een nieuw leven waarin zij een houten speelbak met deksel ontwikkelden waarmee kinderen over de hele wereld konden blijven spelen.